Gesprek tussen Rianne en Amber over onderzoeken naar telemonitoring en welzijn onder zorgprofessionals.
Hi Rianne, wil jij starten met jezelf voor te stellen?
Jazeker, ik ben Rianne van Melzen, 28 jaar en woon in Groningen. Ik werk als regieverpleegkundige op de afdeling voor Traumachirurgie en doe daarnaast een promotietraject met als onderwerp Telemonitoring.
Wat mooi dat je naast je baan als regieverpleegkundige een PhD traject doet. Hoe combineer je alle werkzaamheden met elkaar?
Ik werk meestal op maandag en dinsdag op de verpleegafdeling en 1 keer in de maand een weekend in de patiëntenzorg. Op woensdag werk ik aan het Verpleegkundig Platform en op donderdag aan het onderzoek. Dat lijkt heel arbitrair maar is het niet hoor. In de praktijk loopt alles door elkaar heen.
En het onderwerp? Telemonitoring zei je toch?
Ja klopt, we zijn aan het onderzoeken of de inzet van telemonitoring haalbaar is op de verpleegafdeling. Naast de technische aspecten vind ik het belangrijk dat we goed naar de rol van de verpleegkundige hierin kijken. Ik deed mijn afstudeeronderzoek voor de master Verplegingswetenschappen bij de afdeling chirurgie in het UMCG en dat hebben we doorgezet in een promotietraject.
Volgens mij hebben we best wel wat raakvlakken binnen ons onderzoek.
Echt? Wat leuk, wat doe jij precies?
Ik ben Amber Boskma en werk in zowel het Wilhelmina Ziekenhuis (WZA) als voor de NFU. Het zijn twee losse banen, maar de ervaringen van beide kanten neem je natuurlijk mee. Bij de NFU val ik onder de portefeuille kwaliteit. Ik werk daar binnen het project ‘veerkrachtige zorgprofessional’ . Wij doen onderzoek naar het welzijn van zorgprofessionals. Ik heb recent een inventarisatie gedaan naar lopende welzijn initiatieven en ben met alle UMC’s in gesprek gegaan over wat het aanbod is, wat er wordt georganiseerd voor de medewerkers om het welzijn te bevorderen. Dat hebben we nu in kaart gebracht. Daarnaast werk ik aan twee reviews. De ene gaat over instrumenten waarmee je welzijn kunt monitoren, de ander gaat over interventies.
Waar zit de overlap volgens jou?
Uit de inventarisatie komt naar voren dat er heel veel wordt georganiseerd voor de individuele medewerker maar niet zozeer voor het team of de context. Als je kijkt naar het Job demands resource model dat Schaufeli ontwierp, past support van teams en de werkcontext bij het thema job resources. Dat zijn hulpbronnen vanuit het werk die bijdragen aan het welzijn van medewerkers. Daarin zit de overlap met jouw onderzoek. Als je door middel van techniek het werk van de verpleegkundige anders zou kunnen inrichten, kan dat ook mogelijk bijdragen aan het welzijn.
Ja mooi. We vliegen het beide van een hele andere kant aan, maar het kan dus ook wel weer dicht bij elkaar komen. Ik ben erg benieuwd hoe onze beroepsgroep beter ondersteund kan worden in de huidige complexiteit en de gepaarde werkdruk daarbij. Over werkdruk gesproken, het klinkt alsof je een drukke baan hebt. Hoe ziet jouw werkweek eruit?
Ik werk 16 uur voor het WZA als verpleegkundige, continue verbeterspecialist en ik werk voor de Verpleegkundige staf. Als continue verbeterspecialist hou ik mij bezig met het efficiënter maken van bestaande processen in de zorg met behulp van de lean methode.
Verspilling voorkomen, proces optimaliseren, daar liggen mooie kansen voor onze beroepsgroep.
Ja zeker! Daarnaast sta ik ongeveer 5 dagen in de maand aan bed in de directe patiëntenzorg. Dat vind ik ook nog super leuk om te doen. De andere dagen werk ik thuis voor de NFU.
Vind je de autonomie over je agenda prettig?
Ja, het rooster van het WZA is wel leidend voor mij. Die diensten worden ingepland. En daar plan ik de overige dagen omheen. Het zelf kunnen indelen van mijn dagen is lekker en door de afwisseling hou ik meer energie over aan het einde van de dag.
Dat herken ik wel heel erg. Ook dat je na een dag in de patiëntenzorg nog een vol hoofd kunt hebben waar je dan echt even van moet bijkomen omdat je het zo druk hebt gehad. Dat afwisselen met diensten waarbij je zelf meer ruimte hebt om de indeling te bepalen, maakt dat ik mijn werkweken beter kan volhouden.
De afwisseling van twee banen vind ik ook erg fijn. In het WZA heb ik veel contact met andere verpleegkundigen, paramedici, artsen en natuurlijk patiënten. Onderzoek doen is meer solistisch. Hoe ervaar jij dat?
Dat onderzoek meer solistisch is klopt inderdaad, maar ik probeer wel echt mijn collega’s in het onderzoek op te zoeken en de verpleegkundigen van mijn afdeling bij het proces te betrekken. Binnen het onderzoek wat ik doe werk ik nauw samen met artsen en technisch geneeskundigen. Op de verpleegafdeling zijn het de (regie)verpleegkundigen en zorg/voedingsassistenten die in mijn team zitten. Hoe zit dat bij jou?
Ik werk samen met medisch specialisten en collega’s van het consortium kwaliteit van zorg.
Bovendien hebben we contact met bijvoorbeeld afdeling p&o en arbo&gezondheid van alle UMC’s. Bij de reviews zijn ook collega’s van Cochrane berokken. Zo worden verschillende perspectieven meegenomen en vertegenwoordigd.
Klinkt goed Amber! Dank voor deze ontmoeting en het delen van je plannen. Mochten collega's meer willen weten, dan kunnen ze mij bereiken via r.van.melzen@umcg.nl . Hoe kunnen ze jou bereiken?
Ja super leuk. Ik kom graag in contact met collega’s, mijn email adres is: boskma@nfu.nl. Bedankt voor de uitnodiging Rianne en heel veel succes nog met je onderzoek! We houden contact.
Reactie plaatsen
Reacties